Een kas is een mooie toevoeging aan je moestuin, want je kunt hiermee de lengte van je teeltseizoen behoorlijk oprekken. Daarnaast heb je de gelegenheid om in de zomer de mooie vruchtgewassen, zoals tomaten, komkommers, aubergines, pepers en paprika’s te telen die lastiger te telen zijn in de vollegrond. Hier geven we graag een aantal algemene tips voor verzorging van vruchtgewassen voor in de kas.
Het doel van de gewasverzorging is het verhogen van de opbrengst, het gezond houden van de gewassen en overzicht creëren in het gewas zodat het oogsten en het bijhouden van onkruid ook makkelijker gaat. Wil je nu al veel meer weten over het telen van de vruchtgewassen, dan raden we je aan het Handboek ecologisch tuinieren te bestellen, van Uitgeverij Velt. Dit handboek behandelt het teelt van de meest geteelde moestuingewassen.
Gewasverzorging
De volgende handelingen zijn belangrijk bij gewasverzorging van vruchtgewassen in de kas:
- 1. Opbinden en indraaien (waar nodig)
- 2. Snoeien van blad en wegnemen van ‘dieven’
- 3. Water geven
- 4. Luchten
1. Opbinden en indraaien
De meeste tomaten, paprika’s, aubergines, komkommers en pepers vragen extra ondersteuning tijdens de groei – zonder ondersteuning wordt het vaak een onoverzichtelijk geheel. Veel telers laten de planten langs een touw omhoog groeien. Als je deze mogelijkheid niet hebt kun je ook met (bamboe)stokken werken. Daarnaast zijn er speciale spiraalvormige stokken verkrijgbaar waar een tomatenplant langs omhoog kan groeien.
Tomaten en komkommers
Tomaten- en komkommerplanten worden in de regel op één hoofdstengel gehouden, die langs een touw of stok omhoog groeit.
Aubergine en paprika
Aubergine- en paprikaplanten worden in de regel op twee of drie hoofdstengels gehouden. Houd je meer stengels aan, dan is de kans groot dat de vruchten relatief klein blijven – de plant moet dan haar energie in relatief veel vruchten tegelijker stoppen. Het is verstandig om voor elke hoofdstengel een touw op te hangen, of er een stok bij te plaatsen waar je de hoofdstengels aan kan bevestigen. Doe je dit niet, dan loop je het risico dat de stengel onder het gewicht van de vruchten zal afbreken.
Peper
Peperplanten maken meerdere hoofdstengels, hierbij is het belangrijk dat de hele plant voldoende steun krijgt, en dat stengels niet afbreken door het gewicht van de vruchten. Het is niet nodig om elke stengel apart te ondersteunen met een touw of stok.
Als je ervoor kiest om planten langs een touw omhoog te laten klimmen, moet je de planten ook vaak een handje helpen met indraaien. Bevestig een touw aan de onderkant van de plant en maak een losse, ruime lus; bij een strakke lus is de kans groot dat de plant in de lus zal groeien en zichzelf zal verstikken. Draai vervolgens de planten regelmatig (bijvoorbeeld één keer per week) in; wikkel het touw voorzichtig om de plant, minimaal één omwenteling per twee bladeren. Een tip: hanteer hierbij altijd dezelfde wentelrichting; dus niet de ene keer met de klok mee, en de andere keer tegen de klok in. Ga niet helemaal door tot aan de top van de plant, want dan loop je het risico dat de top afbreekt door de spanning van het touw.
2. Snoeien van uitlopers en blad
Vruchtgewassen voor in de kas produceren vaak nieuwe stengels in de bladoksels (tomaten en komkommers), of de hoofdstengel splitst bij elke bladoksel (paprika’s, pepers, en aubergines). Om de groei van de plant te optimaliseren is het verstandig om regelmatig (wekelijks) de nieuwe stengels of uitlopers te verwijderen, en de vertakte hoofdstengel te snoeien om twee of drie hoofdstengels aan te houden.
Deze nieuwe stengels worden ook wel ‘dieven’ genoemd, omdat ze een deel van de groeikracht ‘stelen’ van de hoofdstengel. In het Engels worden deze uitlopers ‘suckers’ genoemd. Voor tomaat, komkommer en aubergine geldt: als de dieven nog klein zijn (minder dan 6 cm) kun je de dieven uitbreken met je vingers, indien ze groter zijn is het verstandig om een mesje te gebruiken. Paprikaplanten vertakken zich bij elke bladoksel; de plant maakt dus eerst meestal 2 stengels, vervolgens 4, en vervolgens 8 stengels, enzovoort. Het is hier belangrijk om een beperkt aantal hoofdstengels aan te houden en de andere vertakkingen uit te breken. Dit kan je met de hand doen. Let op: bij pepers haal je nieuwe vertakkingen juist niet weg!
Bladsnoei is met name belangrijk bij tomaat. Het doel van bladsnoei is om overzicht te bewaren in het gewas. Als een tomatenplant 12-13 bladeren heeft ontwikkeld zullen de onderste bladeren relatief weinig licht opvangen, en daarnaast verhinderen de onderste bladeren het zicht op de vruchten. Het is dan verstandig om de onderste bladeren af te snijden. Doe dit met een scherp mes, en snijd het blad vlak langs de stengel af.
Het snoeien van blad en stengels doe je bij voorkeur op een zonnige dag, zodat de wond goed kan drogen voordat de nacht invalt en de luchtvochtigheid toeneemt.
3. Water geven
Wellicht een overbodige tip: geef voldoende water. Vruchtgewassen zijn grootverbruikers, zeker als de planten wat groter zijn. Indien je te weinig water geeft zal dit ook invloed hebben op je opbrengst, of levert het schade op aan je planten. De planten verdampen veel vocht bij warm weer, en als de plant geen vocht uit de grond kan halen zal de plant vocht uit vruchten gaan halen om de temperatuur te reguleren. Geef bij voorkeur water in de ochtend, zodat de plant in de kas zo droog mogelijk de nacht in gaat. Het mooiste is om water toe te dienen met druppelbevloeiing, maar dit is voor hobbytuiniers vaak geen optie. Een andere optie is om rondom de stengel van de plant een rond dijkje te maken. Hier kun je het water in gieten, en het water zal vervolgens rustiger de grond in zakken, zonder weg te lopen naar andere delen van de kas. Een andere mogelijkheid is om een pot (met gaten onderin) te gebruiken die deels ingraaft bij de stengel van de plant en deze regelmatig vol te gieten met water.
4. Luchten
Het doel van het luchten is de luchtvochtigheid en de temperatuur in de kas enigszins te controleren; de ene plant gedijt beter bij een hogere temperatuur of een andere luchtvochtigheidsgraad dan de andere. Voor veel hobbytuiniers is dit best een lastige opgave, want zij hebben meestal geen toegang tot een kas met nokventilatie, en de hobbytuiniers zijn niet constant aanwezig bij de planten. Daarnaast plaatsen hobbytuiniers de gewassen vaak bij elkaar in één kas. We raden je aan om de temperatuur in de kas niet boven de 25-30 graden uit te laten lopen. Als je een aantal dagen niet aanwezig bent bij zonnige dagen, is het verstandig om zoveel mogelijk te luchten.
Binnenkort zullen we op ons blog verder ingaan op de oogst en bewaring van vruchtgewassen.