Winterpostelein telen: onze tips

Winterpostelein, Claytonia perfoliata, heeft eigenlijk weinig weg van de gewone (of zomer-)postelein. Overeenkomsten zijn het vlezige blaadje en het gebruik: je kunt winterpostelein rauw eten, bijvoorbeeld in de sla, maar je kunt het ook stoven of in de soep verwerken. Winterpostelein heet zo, omdat het plantje de winter in vergelijking met de gewone postelein heel goed kan overleven. Op deze pagina geven we je een aantal handige tips voor als je zelf winterpostelein wil gaan telen.

> Bestel nu biologische winterpostelein zaden

Zaaien

Winterpostelein zaai je het beste ruim voor de winter, in augustus en september. Mocht de bodemtemperatuur nog wat te hoog zijn, dan kan het wat langer duren voordat de kieming plaatsvindt. Houd bij het zaaien een rijafstand aan van 15 á 20 cm, en zaai niet te dicht in de rij, want winterpostelein kan grote planten geven. Dun eventueel uit op 3-5 cm in de rij. Let op: zaad van winterpostelein is heel klein. Het kan soms helpen om het zaad te mengen met fijn zand, om het zaad iets beter te verdelen over je zaaibed. Zaai zeer ondiep, 1-2 mm.

Planten

Wil je meer controle houden over de opkomst van winterpostelein, dan is het verstandig om de winterpostelein voor te zaaien op kleine potjes (bijvoorbeeld in een tray) en de plantjes vervolgens uit te planten op een rijafstand van 15-20 cm, en 5 cm in de rij.

Standplaats

Kies voor een grond waar zich weinig onkruidzaden in bevinden. Het gewas groeit op zowel klei- als zandgronden, maar heeft een voorkeur voor de lichtere bodemtypes.

Voeding

Winterpostelein heeft over het algemeen weinig bemesting nodig. Je kunt wat gewone compost gebruiken om het gewas mee te bemesten.

Verzorging

Vlak na het zaaien is het van belang dat je de grond vochtig houdt. Daarnaast heeft winterpostelein eigenlijk nauwelijks verzorging nodig. Zorg er wel voor dat je eventueel onkruid goed blijft wieden. Omdat winterpostelein een vrij laag gewas is, kan het snel last krijgen van onkruid. Bij strenge vorst is het verstandig om de winterpostelein af te dekken. Aan het einde van de winter schiet de plant snel in bloei en maakt het heel veel zaad aan. Als je niet wil dat de plant zich uitzaait, is het noodzakelijk om de plant tijdens de bloei te verwijderen.

Ziektes en plagen

Winterpostelein heeft over het algemeen weinig last van ziekten en plagen. Alleen als er sprake is van droge vorst, kan de kleur van het blad minder mooi worden. Afdekken is dan een optie.

Oogsten

Winterpostelein oogst je meestal in de herfst en in de winter (oktober tot maart). Snijd de plantjes af bij de steeltjes. Als je ze niet te kort afsnijdt, kun je later mogelijk nog een tweede - en in een kasje mogelijk nog een derde keer - oogsten. Winterpostelein kan niet zo lang bewaard worden. Het beste is om de groente zo snel mogelijk na het oogsten te eten. Bewaar je de blaadjes in een zakje in de koelkast, dan blijven ze nog 1 tot 3 dagen goed.

Heerlijke recepten

Winterpostelein is rauw prima te eten, maar je kunt er ook een pasta mee verfraaien of er een stamppot mee maken. Mis je inspiratie? Hieronder een aantal voorbeelden van recepten op een rij: zoete bataatkoekjes met gerookte zalm en winterpostelein, pasta met zalm, winterpostelein en mierikswortel, kabeljauw met mosterd en gekonfijte tomaat op een stamppotje van winterpostelein en stamppot postelein met spekjes.

Winterpostelein zaden bestellen

Kun je niet wachten om te beginnen met het zaaien van winterpostelein? Plaats je bestelling en ontvang de zaden binnen 3 tot 4 werkdagen thuis.